Naar een methode als assistent

Van lineair naar meer adaptief

Naar taal als communicatiemiddel

spreken luisteren achter een glasplaat

Naar effectievere oefenvormen

Ooit waren bord en papier de arme 'media' die centraal stonden in de klas. De beperkingen van de media, zorgden voor arme oefenvormen, te weten de meerkeuze-, invul-, sorteer- en volgorde-vraagvorm. Veel geavanceerder kon het simpelweg niet worden. Nu maken we vandaag de dag steeds meer gebruik van rijke media, waarmee we verbonden zijn met de hele wereld en omstreken. Dan is het toch frappant om te zien dat de meeste tijd op die rijke media gewerkt wordt aan dezelfde arme oefenvormen uit de vorige eeuw. De vraag is of we hier niet stuiten op een klassiek geval van nieuwe technologie gebruiken binnen een oude en achterhaalde werkwijze.

Deze wijze kan al snel achterhaald zijn, omdat er alle aanleiding is om aan te nemen dat deze oefenvormen op digitale media minder effectief zijn dan op papier. Effectief leren vindt namelijk plaats als je flink aan het denken wordt gezet. Op papier is dat het geval, omdat er in principe maar één antwoordmogelijkheid is. Daarna moet je gaan kliederen om je antwoord te veranderen, waardoor de bereidheid om even stevig na te denken bij veel leerlingen wel aanwezig is. Op snelle digitale media wordt meestal veel minder denktijd genomen voordat een antwoord wordt gegeven. Veelal geeft de directe feedback toch wel aan of het goed of fout is. Daarbij is de herkansing in veel gevallen erg dichtbij, waardoor het niet aanzet tot verdieping, maar juist tot snel trial and error-gedrag.

Naar verbonden devices

Betrokkenheid op zichzelf is geen leren. Maar betrokken zijn is hiervoor wel een voorwaarde. Nu persoonlijke devices gemeengoed zijn geworden, kan de leermotivatie aanzienlijk verhoogd worden door gebruik te maken van presentatie-oplossingen waarmee een verbinding gemaakt kan worden tussen het werken met een gezamenlijk device als een touchscreen of digibord enerzijds en persoonlijke devices als smartphones, tablet, chromebooks of laptops anderzijds. De meest gebruikte interactievormen zijn het maken van quizzen, het doen van gebruikersonderzoeken, stemmen, opdrachten maken en vervolgens schermen delen, het maken van mindmaps en woordenwolken en het samen spelen van spellen.

Goed taalonderwijs is betekenisvol, sociaal en interactief. De digitale hulpmiddelen die we erbij gebruiken, zullen dat dus moeten ondersteunen. Verbindingen leggen tussen touchscreens en persoonlijke devices doen dit bij uitstek. Het maakt lessen meer bekenisvol doordat de hele wereld de klas in gehaald kan worden. Het wordt socialer omdat je dingen samen doet en daarmee elkaars leerproces op een hoger niveau kunt brengen. En het wordt ook interactiever en daardoor minder saai. Kortom het gebruik van verbonden devices hoort bij Tien keer beter.

Hieronder een kort voorbeeld van het maken van een woordenwolk met verbonden devices.